Muziek. Wat blijft het een heerlijk onderwerp van gesprek. Voetbal en muziek: je kunt er uren over discussiëren. Met voetbal heb ik weinig; met muziek des te meer. Praten over favoriete platen die je doen dansen, lachen, snotteren, voelen… En Slechte Muziek. Ha, en wat kan ik daar heerlijk over uitwijden. Over platen die ik strontvervelend en saai vind. Zo heb ik bijvoorbeeld een hartgrondige hekel aan de eenheidsworsten die de Zweedse producer Max Martin door de jaren heen uit zijn koker heeft weten te persen. Het zuigerige I Want It That Way van The Backstreet Boys bijvoorbeeld. Of de eerste nummers van Britney Spears, Solid HarmoniE, Robyn… Zeg maar: zo’n beetje driekwart van de Saai Radio-playlist. Ik heb zomaar het vermoeden dat ik hierin niet alleen sta. Maar, ik mag ook graag wat heilige huisjes omver trappen. Losing My Religion van REM bijvoorbeeld. Wat een langdradige bagger! Ik denk dat ik hierin redelijk alleen sta, want REM Deugt. Vindt de popkenner. Het blijft maar door-emmeren. En dan die zeikerige stem van Michael Stipe erbij… En net wanneer je denkt dat de meeste ellende voorbij is, begint die lul weer te zingen: “That’s me in the corner…” Soms moet ik de volle 4:30 noodgedwongen uitzitten. Bij de tandarts, om maar eens wat te noemen. Ik weet dan eigenlijk niet wat ik erger vind: de boor of de radio.
De Wringplaat is zo’n nummer waar je iedere keer weer naar moet luisteren. Omdat je de tekst zo slecht vindt dat het je bijna fascineert. Of, omdat er een raar geluid of akkoord in zit dat je iedere keer weer opvalt. Of, omdat er voor je gevoel ergens een storend foutje in zit. Kortom: omdat het ergens wringt. Het is als de zere kies die je iedere keer even met je tong wilt aanraken. Om te checken of-ie nog steeds zeer doet en omdat het kennelijk een bijna onbedwingbare neiging is. Misschien wil je de plaat beluisteren als een beproeving op je pijngrens: een soort muzikale SM. Of, beste lezer, misschien ben ik volslagen getikt en bent u geneigd om een busje voor me te bellen. Kan ook.
Hoe dan ook: in mijn komende columns schrijf ik over mijn Wringplaat-top 5. En na deze uitvoerige inleiding trap ik volgaarne af met de nummerrrrr 5: Maid of Orleans (the waltz Joan of Arc) van OMD. Het intro doet mij al huiveren: een set dissonante elektronische geluiden die mij niet doen denken aan een heldin op een brandstapel, maar aan het geluid van een of andere enge machine in een geheim en verlaten laboratorium waar naargeestige experimenten worden uitgevoerd. Ooit het computerspel Halflife gespeeld? Dan weet je wat ik bedoel. En dan komt het ritme erin, wat toch wel sterk afwijkt van de doorsnee jaren 80 popplaat. Het duurt altijd weer even voordat ik ‘erin zit’. Vervolgens de melodie, net een beetje te hoog, dus vies, zweverig vals, tergend als karamel in een slechte vulling. De nerd in mij slaapt zelden en dus zocht ik op hoe dat fijne stukje kattengejank tot stand is gekomen. Het deuntje is gespeeld op een Mellotron; de vroege voorloper van de sampler. (Om precies te zijn, met de presets “female choir” gecombineerd met “3 violins”). Dat zweverige, valse geluid is een typische eigenschap van dit loodzware apparaat. Overigens moest het geluid doorgaan voor een doedelzak. Ik had het er nooit in gehoord, maar nu ik het weet, vind ik het alleen maar erger. De zanger is niet mijn favoriet, maar ik kan ‘m hebben. Tekst: eigenlijk een mooi kort gedichtje. En aan het eind komt het goed, want de synthesizer die er dan in komt vind ik zeer goed te pruimen. En zoals dat gaat met mijn Wringplaten: ik zal ‘m zelf nooit opzetten, maar als-ie eens langskomt op de radio, dan mòet ik ernaar luisteren. Om te horen waar het wringt. Auw, wat lekker!
Stay tuned voor de nummer vier! En schroom vooral niet om uw eigen Wringplaat hieronder te plaatsen met een fijne motivatie. Vind ik leuk !
Geen opmerkingen:
Een reactie posten