vrijdag 17 juli 2015

Geef 't beest een naam

Ik ken een Roos die ik nou echt een typische Lineke vind. En waarom? Geen idee. Een rare foutmelding in mijn grijze massa die er maar niet uit wil. En wat maakt een Lineke nou tot een typische Lineke? Zelfs dat kan ik niet eens benoemen. Nouja, eigenlijk wel: blouses met kleine bloemetjes, een blonde bobline, rustig, gestructureerd… Ooit ontmoette ik iemand die twee namen had bedacht voor haar toen nog ongeboren zoontje: Floris, als het een Floris zou w...orden. En voor de zekerheid: Gert, als het toch meer een Gert bleek te zijn. Dat vond ik wel een verfrissend idee. Stel, je noemt je kind Vlinder, en ze blijkt alles te zijn behalve een vrolijk fladderend en wellicht onbesuisd typetje. Wanneer zou je dat goed gaan zien? Bij een jaar of drie? Dan ben je nog op tijd om haar om te dopen tot – ik noem maar wat – Fleurtje.

Bij honden is het wat dat betreft toch een stuk makkelijker. Onze honden kregen wij getraind en wel en reeds voorzien van een naam afgeleverd. Maika kwam bij ons in 2007. Een mannetje dat Maika heette: we moesten er even aan wennen. Maika was een Russische mannennaam, werd ons verteld. Hij bleek ook prima te luisteren naar Maaik, Maika-Balalaika, guppie, kwispeltje, donder, oelewapper en - tegenwoordig - Ouwe Brommer; hoe ouder hij wordt, hoe harder hij bromt. Overigens vernamen wij dat zijn broertje Waikee heette. Zijn baasje vond dat maar een vreemde naam. En zo Waikee werd omgedoopt tot Joost.

Een paar jaar later kregen we Iris, de blonde GoldenDoodle. Het blonde meisje van vier van een paar huizen verderop heette ook Iris. Ik herinner me nog dat ik ietwat verontschuldigend tegen haar moeder zei dat we die naam niet zelf hadden bedacht. Mijn ouders bezochten laatst een pianoconcert van Iris Hond, wier naam ze erg amusant vonden. Onze Iris vonden wij nou echt een typische Poets. Geen idee wat een Poets nou tot een typische Poets maakt. Het is zo gegroeid. Ze luistert overigens ook naar alle Poets-variaties, Iroesh (op z'n Russisch), Muts, Kuttekop en Woefke,

Ik ben er nog steeds niet uit of ik mezelf nou een typische Mirjam vind. Doorgaans vind ik mijn naam redelijk vervelend. Dat komt waarschijnlijk omdat je meestal bij je naam wordt genoemd als er stront aan de knikker is. Zowel vroeger: “Mir-jam! Hou daarmee op!’ als nu: “Daar ben ik niet zo blij mee, Mirjam!” Om nog maar te zwijgen van e-mailtjes die beginnen met: ‘Mirjam, wil je in het vervolg…’ Over stront gesproken: als onze honden in een onbewaakt ogenblik even snacken van een versgedraaide paardendrol, dan roepen we ze ferm tot de orde: ‘Maika! Iris!’ Hierrrrrrrkomen!’ Ik kan het niet wetenschappelijk onderbouwen, maar iets in mij zegt me dat ook mijn viervoeters hun eigenlijke namen heel vervelend vinden…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten