donderdag 10 november 2011

Verkneuteren

Sinds twee weken wonen we in ons nieuwe stulpje aan de Hofstedestraat. Alles ligt, hangt, zit en staat. Fijn! In het oude huis hadden we alles tot in de puntjes verzorgd. Strakke apparatuur, soepel lopende korflades, zo'n rvs afzuigkap en een stemmig witgrijze plavuizenvloer. In ons nieuwe huis zijn er stukjes uit de vloertegels, maakt de koelkast herrie voor tien en moet je de keukenlaatjes met beleid opentrekken. Maar, het is gezellig! Bij de aanblik van mijn mooie grote oven met dat leuke lampje erin, voel ik een bijna onbedwingbare neiging om een cd van The Carpenters op te zetten en een cake te gaan bakken. Had ik niet in mijn oude huis. Sterker nog: dat had ik nooit.

Maar, beste lezer, het wordt nog erger. De supermarkt. In de Lilastraat kon ik de winkelwagentjes van de Deen horen rammelen in mijn achtertuin. Hier moet ik naar de Dirk, een klein kwartiertje lopen. Helaas mag ik van overheidswege geen autorijden, verdorie! Hoe lossen we dat op? Bij de Blokker kocht ik zo'n heerlijk truttige trolley, met ruitjesmotief.
De volgende dag rolde ik naar de Dirk. Kijk mij eens met mijn trolley! Ik kreeg spontaan de neiging om te macraméen. En ik weet niet eens wat het is. Kan je nagaan.

Gisteren op jacht naar een wasmand. Jody was op de oude gaan staan. Kunnen ze niet tegen. Mijn schoonmoeder is lyrisch over de Action: "Daar hebben ze alles en het kost geen drol!" Ik liep er altijd met een grote boog omheen, want in het weekend moet je er over de hoofden heenlopen. Maar, het was donderdagochtend. Met trolley en al op de roltrap naar dit huishoudelijk eldorado. Inderdaad: van fleece-truien tot wc-verfrissers, van rieten mandjes tot shampoo. Een Winkel van Sinkel waar het ruikt naar plastic bloemen (die verkopen ze trouwens ook). Het was nog mooier dan ik me had voorgesteld. Twee wasmanden, wc-verfrissers, zeep van Dove, een badspons en twee gloeilampjes en dat alles voor maar 16 euro nogwat. Ha, wat een feest. Door naar de Blokker voor zo'n geweldige dweilset van Leifheit. Heerlijk! Ik ging er bijna dukaten van sparen.

Langzamerhand ben ik aan het verkneuteren. Ligt het aan die paar weken vakantie? Of zitten er verborgen krachten in mijn nieuwe huis? Morgen wol en breinaalden kopen. Ga ik een sjaal voor Jody breien. Hè, gezellig!

vrijdag 19 augustus 2011

Resultaart

Column voor het CommunicatieForum, gem. Amsterdam

Terwijl menig collega zit weg te regenen in een tentje, zit ik in ons heerlijk warme kantoor aan het Bos en Lommerplein. Nouja, warm? De airco blaast z'n koude lucht regelrecht tegen onze tere nekjes. Ze weten niet waar het aan ligt. Wordt aan gewerkt.
Samen met P&O zijn we alweer gestart met de voorbereidingen voor het medewerkersonderzoek. "En dan doen we weer een taart voor elke afdeling met een respons van 70% of hoger." Jawel, smijt er maar weer een paar taarten tegenaan. Waarom ook niet? Ik was allang blij dat niemand met stressballetjes, balpennen en andere prullaria op de proppen kwam.

Vroeger had je de Arbeidsvitaminen, met de rubriek "De Baas Van De Week". Presentator Hans Schiffers vertelde dan dat het altijd zo enorm gezellig was bij - ik noem maar wat - Firma Reutemeteut Tandwielen B.V. die al jaren bekend stond om tandwielen van hoogwaardige kwaliteit. Het bedrijf waar mensen fluitend hun werk deden. "Baas Jan is een fijne kerel. Hij staat altijd voor je klaar en is altijd in voor een geintje." De baas werd dan gebeld, kreeg een pluim en Hans zorgde er persoonlijk voor dat er taart voor het hele bedrijf werd bezorgd. Een ouwe-jongens-krentenbrood "hoooooi!" gevolgd door een plaat van - ik noem maar wat - Duran Duran. Heerlijke kneuterigheid.

De medewerker anno nu is een stuk kritischer. Je hebt geen "baas" maar een manager, waar je geen geintjes van verwacht. Liever heb je iemand die met je mee denkt over je workload, afwisseling in je werk, je doorgroeimogelijkheden. Liever heb je dat die interne communicatie eens verbetert, "Want daar schort het nog altijd aan hier in de organisatie." Liever heb je een airco die naar behoren werkt. En als het dan niet werkt, lees je het liefst vandaag nog in een mailtje wanneer het ding gemaakt wordt. Of, waarom het toch zo verrekte lang moet duren. Hallo? Geen resultaart maar resulaat, graag!

Dit jaar besteden we extra aandacht aan alles wat we in een jaar tijd met elkaar hebben bereikt, aan wat er is gedaan met de uitkomsten van het vorige medewerkersonderzoek en - ook niet onbelangrijk - wat er is blijven liggen en waarom dan wel. Zo willen we medewerkers laten inzien dat het wel degelijk nut heeft om die vragenlijst in te vullen. En die taarten gaan we gewoon bestellen. Daar heb ik ook helemaal geen bezwaar tegen. Ik ben namelijk dol op taart!

Het Nieuwe....

Column voor het CommunicatieForum, gem. Amsterdam

Ik woon in Almere Buiten. Mensen kunnen lullen wat ze willen: ik woon er heerlijk. Het is er groen, de huizen zijn ruim en ja, bij vlagen is het er ook nog gezellig en knus. En, ook Almere Buiten blijft zich vernieuwen. Voor ons winkelcentrum prijkt al maanden een enorm bouwbord met de tekst: "Ervaar Het Nieuwe Winkelen!". Die variant kende ik nog niet. Wel Het Nieuwe Rijden, Het Nieuwe Genieten, Het Nieuwe Wokken, Het Nieuwe Tandenpoetsen....

Inderdaad: het is mooier en groter geworden. Zo ook de Blokker. Mijn glazen, geurkaarsjes, gootsteenzeefjes en slechte films haal ik voortaan in een hip en groot filiaal, ook helemaal klaar voor Het Nieuwe Pinnen. En wat heerlijk, al die ruimte. Je stoot eindelijk eens niet dat hele Winnie The Pooh-servies aan diggelen terwijl je je omdraait om die ene leuke kandelaar te bewonderen. Als dit Het Nieuwe Winkelen was, dan was ik verkocht. Helaas bleek dat De Oude Chagrijnen nog steeds achter de kassa stonden. Ondanks hun prachtige nieuwe onderkomen was het werkplezier nog steeds ver te zoeken. Misschien een cursusje nodig? Of waren deze toch jong ogende dames al niet meer te redden? Zaten ze al te lang in een vastgeroest patroon? Overigens was de muziek ook nog altijd gedateerd. Vind ik niet erg. Laatst kocht ik er een emmer - ja, die heb je soms nodig - en hoorde ik I Can't Wait van Nu Shooz, zo'n lekker plastic plaatje uit mid-jaren tachtig. Waar hoor je die nou nog?

En dan is er natuurlijk Het Nieuwe Werken, waar we nu met z'n allen heel druk mee zijn. Met flexplekken, thuiswerken, digitaal vergaderen, Yammer en smartphones voor iedereen red je het niet. Van managers vraagt het een andere stijl van leidinggeven en ook als medewerker vraagt het een andere mindset, namelijk: leren omgaan met vrijheid. Hoe doe je dat in vredesnaam? Cursusje nodig? Het gros zit hier nog op z'n vaste plekkie, thuiswerken is toch nog een beetje not done en voor het gebruik van Yammer moesten er maar eens strenge richtlijnen komen. Hoe krijg je de mensen daadwerkelijk aan Het Nieuwe Werken? Ik wil er wel eens meer van weten. Vandaag heb ik me aangemeld voor de Summerschool Het Nieuwe Werken. Ik kán niet wachten....

Amsterdam holadijeee

Column voor het CommunicatieForum, gem. Amsterdam

Met frisse moed en een lekker bruin kleurtje liep ik van Station Sloterdijk richting Bos en Lommerplein. Kijk aan, het kantoor was niet verplaatst. Wat was mijn wachtwoord ook alweer? 235 ongelezen e-mails, "Jeee, wat ben je bruin!" en "Waar ben je geweest?" Mijn vakantie van drie weken zat er weer op. Van het rustige badplaatsje aan de Spaanse costa weer terug in de mierenhoop die Amsterdam heet. Waar waren we ook alweer gebleven in Aflevering West?

Gek eigenlijk; je denkt altijd dat er van alles gebeurd is. Het eerste rondje Intranetsurfen na je afwezigheid leert je echter dat het allemaal wel meevalt. "De staat van de stad" prijkte bovenaan op de homepage. Ik citeer: "In mei verscheen het rapport de Staat van de Stad VI. Deze monitor - de eerste verscheen in 2000 - laat zien hoe de stad Amsterdam en de Amsterdammers er voor staan. Het centrale begrip in het onderzoek is de ‘leefsituatie'". Zo vlak na mijn vakantie en met de Spaanse manjanacultuur nog in mijn botten had ik maar één woord voor Amsterdam en de bijbehorende leefsituatie: druk! Zal ik het hele rapport eens doornemen? Hm... wel veel leeswerk. Manjana, manjana...

De stad Amsterdam is al vele malen bezongen. De tulpen, de Wallen, de Eerste Helmersstraat Beneden.... Er was echter maar een kleinkunstenaar die de staat van onze stad zo treffend kon samenvatten in een lied: Johannes Adrianus van Tol, beter bekend als - jawel - Tol Hansse. Waar Acda en De Munnik zich in vergezochte poëtische poespas verwikkelen en met een vreselijk accent - Laaaat me slaaapaaaahhh - een hele emmer drama boven je omkeren, vertelt Tol in zijn Big City op droge wijze wat hij zowel aantreft in onze hoofdstad. De kleurrijke types, het parkeerprobleem, de onvermijdelijke hondenpoep, maar ook de luchtkwaliteit neemt hij even mee in zijn beschouwingen:

De haringman staat op z'n stekkie
Met een bleek vertrokken bekkie
Eet 'm nou maar op meneer
Met die walmen van 't verkeer
'k Neem u echt niet in de maling
Is 't zo gerookte paling

Het plaatje kwam uit in 1978 en hier en daar is de tekst wat gedateerd. In 1993 maakte hij een nieuwe versie waarin hij nader ingaat op de multiculturele samenleving, fietsen in de gracht, de toenemende ciriminaliteit en opnieuw de gewraakte hondendrollen. De hoofdboodschap bleef overeind: Amsterdam is druk. Big City tweeduizendzoveel hoeven we niet te verwachten. Niet van Tol althans, want hij is al een paar jaar dood. Zou er iemand zijn die zich geroepen voelt om in zijn voetsporen te treden en de staat van de stad voor ons te bezingen? Scheelt een hoop leeswerk.

Waar gaat het naartoe?

Column voor het CommunicatieForum, gem. Amsterdam

Het directieteam gaat aan de slag met de missie, visie en verdere strategiebepaling. Of ik ideeën had over de communicatie eromheen. Die had ik niet direct, want ik zat met mijn gedachten bij alles wat ik nog moest regelen voor mijn naderende vakantie. Moest ineens denken aan mijn vakantiebandjes. Lange tijd waren dat bandjes van Queen. Vlak na de dood van Freddie Mercury was ik fan geworden. One Vision was één van mijn favoriete nummers. Echt zo'n nummer met een duidelijke kop en een staart; je weet meteen waar het heen gaat. Voorspelbaar zoals dat hoort bij een goeie rockplaat.

De vier bandleden van Queen hadden alle vier verschillende stijlen. En er waren twee kampen: Freddie en Roger de feestbeesten; Brian en John de braverikken. In een biografie van Freddie las ik: "We zijn alle vier koppig en vaak moet je compromissen sluiten. Het is net een huwelijk, alleen dan tussen vier mensen. Soms is er knallende ruzie en praten we weken niet met elkaar." Ineens zie ik onze vier directieleden voor me die bezig zijn aan hun "One Vision". Alle vier - exclusief de stadsdeelsecretaris - met hun eigen ideeën. Zouden ze eruit komen? Waar zouden ze mee op de proppen komen? Waar gaat het naartoe met West? En hoe wordt de organisatie daar in betrokken? Hoe dan ook: mijn zorg is het even niet, want ik ga op vakantie.

Voor de zesde keer gaan we met vrienden op vakantie. Twee stellen met ieder hun eigen gewoontes, vier personen met ieder een eigen stijl. En toch gaat het al jaren goed. Veel mensen zijn daar verbaasd over. Hoe kan dat? Waarschijnlijk omdat we allemaal de zelfde visie hebben: "Wij zijn op vakantie voor onze rust. Wij rusten uit door - indien het weer het toelaat - te bakken op het Spaanse strand. Daarnaast pakken wij terrasjes, genieten wij van de Spaanse keuken. Cultuur snuiven in de vorm van bezichtigingen of uitputtende wandel- en fietstochten laten wij graag aan anderen over." Ieder van ons heeft z'n eigen rol. Mijn echtgenoot is de leider en hij moet het af en toe flink ontgelden. Hoge bomen vangen immers veel wind. Vriend Emiel is eigenwijs en maakt het hem niet altijd makkelijk. Ik ben bemiddelaar, maar ook eigenwijs. Gelukkig is vriendin Daniëlle de kalme, constante factor op onze Spaanse apenrots. Vaak hebben we leuke en pittige discussies. Hoe dan ook: we zijn er altijd weer uitgekomen.

Deze week alleen nog kleine klusjes met een kop en een staart. Mijn hoofd is te vol voor deze communicatiekluif. Dit weekend pakken we de koffers en maak ik een vakantie-playlist op mijn mp3-speler. Voorlopig heb ik One Goal, One Mission: de Costa del Azahar in Spanje. En One Vision hoeft niet op mijn speler. Doet me teveel aan werk denken....

Too Close

Column voor het CommunicatieForum, gem. Amsterdam

Ooit wilde een reclamebureau het nummer Don't Stand So Close To Me van The Police gebruiken voor een deodorantreclame. Vond Sting geen goed idee. Snap ik heel goed: een beetje zanger wil niet geassocieerd worden met stin(g)kende oksels.

Het was een paar jaar geleden. Ik moest het haar toch een keer vertellen, maar hoe? Had ze dit al vaker gehoord, of durfde niemand er wat van te zeggen? "Ehm... wat ik nu ga vertellen, klinkt vervelend, maar..." Nee, da's zo'n dramatische inleiding. "Sorry dat ik het moet zeggen, maar..." Oh nee, ik heb er zelf zo'n pesthekel aan als mensen zo beginnen. "Zeg, ken je dat nummer van The Police..?" Slecht idee. Na vijf minuten wikken en wegen haalde ik diep adem en zei: "Luister, ik zeg het maar gewoon zoals het is: je ruikt naar zweet. Ik dacht: ik zeg het maar gewoon..." Ze bedankte me, maar het klonk onderkoeld. Feedback geven: je kan tientallen workshops hebben gevolgd, maar vaak blijft het moeilijk. Zeker als je elkaar goed kent, al zou je denken dat het dan juist makkelijker moet zijn. Wat mij betreft is het makkelijker als je een minder stevige band met iemand hebt. Je hebt dan ook minder te verliezen.

Deze week gaan wij van Communicatie een middagje op feedbacktraining. "Sjee, morgen feedbacktraining... Nou, pfff... spannend..." of zinnen van gelijke strekking passeerden hier de afgelopen dagen met regelmaat de revue.

Over het algemeen zijn we hier erg aardig voor elkaar. Aan positieve feedback geen gebrek. Van: "Wat zie je er leuk uit vandaag!" tot "Dat hebben we goed gedaan met z'n allen." Na een jaar zijn we toch best een hecht team geworden. Veel collega's delen hun lief en leed, zijn elkaars vrienden op Facebook of zien elkaar buiten werktijd. En met verjaardagen sturen we elkaar sms'jes. Nouja, "we"? Ik ben niet zo attent. En bovendien - ik kan er maar beter eerlijk over zijn - wat mij betreft hoeft het niet zo close. Het kan het werken best lastig maken. De drempel wordt toch wat hoger; tegen Marietje zeggen dat ze volledig voorbij is gegaan aan de afbreukrisico's, terwijl zij vier uur geleden nog een melige reactie achterliet op jouw foto op Facebook, waarop je in dronken toestand zeven hotdogs in je giechel probeert te stouwen, om maar eens wat te noemen. Alle gekheid op een stokje: de aankondiging "We gaan op feedbacktraining" wekt altijd een hoop reactie op en dat is natuurlijk niet voor niets. De minder positieve varianten van het feedback geven blijven vaak lastig.

Het contact met de vriendin is inmiddels verwaterd. Misschien zitten we niet meer op elkaars golflengte of zijn we simpelweg uit elkaar gegroeid. Of misschien was het mijn feedback. Had ik meer afstand moeten bewaren en het voorzichtiger moeten brengen? Misschien kwam het haar een beetje too close. Tja, misschien moet ik haar maar eens vragen. Het zweet breekt me uit bij het idee.

Gelul in de ruimte

Column voor het CommunicatieForum, gem. Amsterdam

"Ja, en dan een donkere zaal, van die moodboards met planeten, sterren, raketten enzo... En dan muziek van David Bowie: Space Oddity....". Collega's Sylvia, Sarah en ik waren in een brainstorm, nee, zeg maar een brainmeteorietenstorm beland. Een Open Space-bijeenkomst in West leek ons geweldig. Past ook helemaal bij Het Nieuwe Werken. Welke ruimte was het beste? Gingen we verkleed als de bemanning van Starship Enterprise? To boldly go where no ambtenaar has gone before? En wat gingen we serveren? Plakkie spacecake?

We draafden door. Even terug naar de aarde. Want, wat hield Open Space ook alweer in? Een paar maanden geleden waren we met z'n drieën bij zo'n Open Space-bijeenkomst. Geen idee wat het inhield. Ik verwachtte zoiets als de immer populaire markt waar je vrij rond mag lopen om informatie te halen bij guitig aangeklede stands, waar je pennen, stressballen en andere gadgets verzamelt en waar een hoop gelul in de ruimte is. Niets van dat alles: een grote zaal met een grote stoelenkring. Geen kraampjes, geen moodboards, geen Bowie, Spock en ook geen cake. Wel een goede facilitator en een paar heldere regels:

1. Je bent hier omdat je ervoor kiest. Zij die er niet zijn, hebben hun energie ergens anders voor nodig.
2. Iedereen draagt zelf onderwerpen aan. Je bepaalt samen het programma. Welke onderwerpen kiezen we? Wat kan geschrapt?

3. Deelnemers die geen onderwerp aandragen - en dat zijn er altijd veel meer dan de mensen die een onderwerp inbrengen - kunnen aanschuiven, meepraten, rondfladderen.

4. Bij Open Space geldt de wet van de twee voeten: heb je niets meer te halen of te brengen, dan mag je weggaan om bijvoorbeeld aan te sluiten bij een ander groepje. Als het klaar is, is het klaar. Je mag dus ook je eigen 'vergaderingetje' opheffen.
5. Iedereen die een onderwerp aandraagt, zorgt zelf voor verslaglegging, nog tijdens de bijeenkomst.

Wat verfrissend! Vooral die voetenwet. Die zou je eigenlijk altijd moeten toepassen. Hoeveel vergaderingen kun je niet kwalificeren als Gelul In De Ruimte? Hoe heerlijk is het dan om te zeggen: "Sorry, ik heb niets meer te brengen of te halen; de Wet van de Twee Voeten gebiedt mij om de zaal te verlaten en mijn energie elders in te zetten." Ik heb deze wet inmiddels al een paar keer toegepast. Je moet het even durven en de eerste paar keer kijken ze je aan alsof je van een andere planeet komt. Maar zodra je die eerste stap hebt gezet, gaat er een wereld voor je open.

Laaiend enthousiast keerden we terug naar West. Een paar dagen later zaten we aan ons vergadertafeltje, even een lekker potje te lullen in de ruimte, om daarna spijkers met koppen te slaan en onze eerste Open Space in te plannen voor mei. Die avond draaide ik David Bowie: "Now it's time to leave the capsule, if you dare..."

Ook een Open Space organiseren? Kies een groot overkoepelend thema, bijv. De Nieuwe Ambtenaar. Zorg voor veel deelnemers, want alleen dan werkt het optimaal. Hier lees je meer:

http://www.kalibercommunicatie.nl/procesbegeleiding-open-space/

Hondenbaan

Column voor het CommunicatieForum, gem. Amsterdam

Ik heb wel eens van die dagen dat ik denk: wat heb ik toch een hondenbaan! Interne communicatie is een leuk vakgebied, maar je hebt er ook een pittige kluif aan en het is ook altijd een gewillige zondebok. Weerstand? Slechte IC. Flaters in een project? Ja, maar de IC is hier ook heel slecht. Medewerkersonderzoek? IC scoort bijna nooit hoge ogen. En iedereen moet altijd overal even z'n plasje over doen. Goed, dat is nu eenmaal zo en daar kan ik mee leven. Maar soms krijg je brokken voorgeschoteld waar de honden geen brood van lusten. Laatst, tijdens een borrel in mijn woonplaats, raakte ik aan de praat met een vakgenoot. "Jij doet interne communicatie? Ja, zelf zit ik toch wat meer in de strategische communicatie", zei hij. Daar kan ik heel slecht tegen. Wat dacht die flapdrol wel. Even tot tien tellen. Kent u dat liedje van The Smiths? Bigmouth Strikes Again? Die titel zou op mij kunnen slaan. Ik dacht: "Zout een eind op met je gebakken lucht. Weet je wat jij moet doen met je strategische communicatie???" Grrrr!

Op slechte dagen doen dergelijke blaaskaken me wel eens afvragen of ik niet beter paperclips kan vouwen, tandenborstels in kan pakken of hondenhokken kan schoonmaken. Lekker een potje drollen scheppen. Als een geslagen hond strompel ik dan 's avonds naar mijn mandje. Zucht, wat is mijn werk soms zwaar. Doet me trouwens weer denken aan een ander nummer van The Smiths: Heaven Knows I'm Miserable Now. Nee, het gaat niet over honden, maar over iemand die zijn werk strontvervelend vindt.

Ik glimlachte vriendelijk naar mijn gesprekspartner en in een flits schoot me die onmiskenbare Smiths-regel te binnen: ‘In my life, why do I smile at people who I much rather kick in the eye?" Om strategische redenen, zullen we maar zeggen. Maar, je territorium verdedigen, dat is soms even nodig. Al is het alleen maar om je niet in je hok te laten blaffen. Ik informeerde naar zijn strategische aanpak. Deze jonge hond wil altijd wel een paar nieuwe kunstjes leren. "Ja, uhm... ik zit altijd aan tafel bij de directie." Mijn oren gingen er niet van klapperen. Moest ik hem nog aftroeven met onze geweldige samenwerking met HRM? Ja, dat moest. Hadden zij nog niet. Hij droop af met de staart tussen de poten. Ik nam nog maar eens een handje chips. Ze smaakten zoals ze kraakten....

zondag 1 mei 2011

Touwtje

Pasgeleden waren we op verjaarsvisite. Jody's oma werd 87. Ze is een schat van een mens en dus hadden wij het er wel voor over: een middagje familie. U kent het wel: kringetje, chips, pinda's en familieverhalen. Opscheppen over de prestaties van de kinderen, grenzeloos geweldige vakanties - 'Nee, dáár komen we niet; vééél te toeristisch! - en geklaag over de Neerlandse infrastructuur: "En jaaawooor, alweer file. We hebben er anderhalf uur over gedaan!". De kroost zat bijna roerloos op de bank, totaal gebiologeerd door de Nintendo DS. Geen kind an.

Ik dacht aan de keren dat ik bij mijn opa en oma was. Lekker schommelen in de speeltuin voor hun deur, tekenen in de zijkamer of boven, samen met broer Joost op ontdekkingstocht op zolder, genieten van de gezelligheid, de grapjes van Opa, het huiselijke neuriën van Oma... Ik kwam er graag.
"En denk erom dat je NIET aan dit touwtje trekt!" Dat was de vaste tekst van mijn moeder, als ik naar de wc moest. Gedwee en zonder verder te vragen beloofde ik plechtig dat ik alleen aan het witte touwtje - die voor het licht - zou trekken, en ook maar één keertje, want nee, het moest niet stuk. Dat fel oranje touwtje intrigeerde me. Als ik mijn behoefde deed, pakte ik het voorzichtig vast. Zal ik?? Wat zou er gebeuren als ik eraan trok? Ik vroeg het mijn oma, die een stuk laconieker oogde over de functie van het touwtje. "Als je daaraan trekt, komen ze kijken wat er aan de hand is. Als Opa bijvoorbeeld last krijgt van z'n hart...". Het bleef me boeien. Luide sirenes en zwaailichten op het dak? Of ging er dan een luikje open in het plafond waar dan een leger witte jassen uit kwam tuimelen?

In mijn leven ben ik dergelijke touwtjes vaker tegengekomen. Ik bleef er geconditioneerd op: "Denk erom dat je NIET...." Ooit lag ik in het ziekenhuis en zat ik met infuuspaal en al op het toilet. "Trek maar aan het touwtje als je klaar bent," zei de verpleegster. Hoera! Eindelijk, Ik mócht!

Na een paar cola'tjes en veel melige praatjes verder werd het wel eens tijd voor een toiletbezoekje. Fuck, waar zit het lichtknopje. Ah, daar hing een touwtje. Zal ik?? Ik huiverde. Ik pakte het in mijn hand, aarzelde en... Klik! Mijn hart sloeg een tel over. Het leek wel een eeuwigheid te duren voordat die spaarlamp eindelijk aanfloepte.

woensdag 2 maart 2011

Wij van West

Blog voor het CommunicatieForm (gem. Amsterdam)

Het gonsde op de werkvlekken. Overal hoorde je mensen aan elkaar vragen: "wat ga jij doen met de Zo Werkt West Week?" Iedereen kon namelijk meedoen aan allerlei activiteiten, georganiseerd door collega's zelf.

Bespeurde ik al een voorzichtig Wij-gevoel? Want, naast het bevorderen van de samenwerking, was dat natuurlijk de bedoeling. Het Wij-gevoel was in ieder geval al duidelijk aanwezig bij de leden van de Westband, die we voor deze gelegenheid hebben opgericht. We zouden gaan spelen op het personeelsfeest, als pauze-act. Aangekomen op de feestlocatie bleek de helft van de apparatuur niet geregeld. De keyboardvirtuoos die voor de rest van de avond was ingehuurd pochte met zijn dure apparatuur en keek smalend neer op ons Wester Stumpers. Maar we konden wat van zijn apparatuur gebruiken; zo was hij dan ook wel weer. Hoe aardig ook: wij van West zouden deze Kees Casio wel eens een poepie laten ruiken.

Kees en zijn charmante zangeresje kabbelden de ene na de andere tenenkrommer de zaal in. Het deed me denken aan de acts die de vakantiegangers aan de Spaanse Costa's vermaken. Dat konden wij ook, maar dan beter! Toen wij het podium bestegen stroomde de dansvloer vol. Luid applaus en gejoel, We Want More! Een waar We Are The Champions-gevoel maakte zich van mij meester. En ook de volgende dag waren de complimenten niet van de lucht: "De Westband was echt goed! Beter dan die andere! Volgend feessie weer?" Euforisch rapporteerde ik aan de drummer. Die zei: "Ja, logisch. Ik ken dat wel uit de tijd dat ik in bandjes speelde. ‘Eigen' volk doet het altijd beter." Tja, daar zat wat in en stond ik weer met beide benen op de grond. Maar hé, verrek: hadden wij hier onbedoeld een gouden greep te pakken?

Het competitie-element blijkt toch altijd weer een beproefd recept te zijn voor een sterker Wij-gevoel. Huur Dirk en de Borrelnootjes of een andere suffe club in voor je bedrijfsfeest en laat je eigen bedrijfsband een moppie spelen. Goh, zou die truc ook breder inzetbaar zijn? Leuk dagje teambuilding: regel een belabberde trainer voor je dagje op de hei. Grote kans dat de groep zich massaal afzet tegen die prutser en zelf het programma overneemt. Vervelend voor de trainer, goed voor de teamgeest. Morgen vis ik wat informatiebrieven van de gemeente Almere uit mijn papierbak en leg ik ze ter inzage op onze afdeling. Ik kan u vertellen dat ze er weinig van bakken in mijn woonplaats. Wij van Communicatie leveren toch echt betere bewonersbrieven af. Toch leuk om daar even kennis van te nemen....

Toch best lekker, een beetje Wij-Zijn-Beter-Als-Hunnie. Ineens vraag ik me af of de andere zes stadsdelen ook een eigen band hebben. Dat zou leuk zijn: een eigen songfestival, of liever gezegd: een Battle Of The Bands. Wedden dat Wij van West gaan winnen?!

vrijdag 18 februari 2011

Blij

Blog voor het CommunicatieForum, gem. Amsterdam

Deze week kwam de verse stadsdeelgids van de drukker. Hij was mooi geworden. "Wow!", riep ik enthousiast. Hier en daar steeg wat cynisch gemompel op vanachter een paar computerschermen. Ooit moest ik die verrekte gids redigeren en geloof me, dat is een klus: leuren en sleuren om informatie, eindeloos corrigeren, kloppen die openingstijden nog steeds? Bestaat dat nog: het spreekuur voor vrouwen met een bingoverslaving? Check, check, dubbelcheck... Kortom: als het ding af is, dan is een 'wow!' of welk superlatief dan ook zeer op z'n plaats.

In bepaalde kringen is 'blij zijn' nogal not done; het is niet cool, al zouden echte cyniasten zo'n woord nooit gebruiken. Blij als ik ben, vond ik Shiny Happy People van R.E.M. altijd een erg vrolijk liedje. Blijkt het cynisch bedoeld te zijn. Had ik kunnen weten: die Michael Stipe is een ras-chagrijn. De titel is gebaseerd op een Chinese propagandaposter. Dat heb je met blije mensen: die worden dan ineens totaal overdonderd door de harde waarheid. Ineens ga je aan alles twijfelen. Je ziet Herman van Veen voor je die zijn dagelijkse portie antidepressiva inneemt: "Ik ben vandaag zo vrolijk, zo vrolijk, zo vrolijk..." Het zou een cynische uitspatting kunnen zijn van een radeloze man: liedjes en verhaaltje schrijven over een eng vrolijke eend.

Enfin: een heel ander verhaal: vorige week rolde ook het programmaboekje van de Zo Werkt West Week van de persen. Het idee was simpel: iedere afdeling, projectgroep of wie maar wilde kon een eigen activiteit organiseren met samenwerken - één van onze kernwaarden - als thema. De week is een initiatief van Mooi Samenspel, een project waar ik eerder al eens over vertelde. Inmiddels kan ik melden dat het resultaat simpelweg Wow! is. Denkers, doeners, cyniasten, vrolijke Fransen en blije guppen: we hebben een bomvol programma, voor ieder wat wils. Leuren en sleuren was niet nodig, want de ideeën stroomden binnen: van wandelingen door de wijken tot creatieve workshops.

Op het personeelsfeest dat tevens dient als afsluiting gaat de gelegenheidsband waar ik deel van uit maak optreden. Op ons repertoire staat - hoe kan het ook anders - So Happy Together van The Turtles. Natuurlijk hoor ik links en rechts ook wat cynisch gemompel over de zin en onzin van kernwaarden, samenwerken, verplicht leuk doen en noem maar op. Geen punt, hou je altijd. Je hebt ten slotte ook mensen nodig die je scherp houden. Ik vind het in ieder geval geweldig om te zien hoe enthousiast collega's aan de gang zijn gegaan. Sorry, ik kan er niets aan doen: ik word gewoon een beetje blij van al dat samenwerken!

Heerlijke woorden

Blog voor het CommunicatieForum, gem. Amsterdam

Goedemorgen welvaartsleiders
Hoofd- en hand- en gastarbeiders
Stuk voor stuk consumptieslaven van een harteloos systeem.


Jules de Corte stond garant voor een dosis maatschappijkritische taal, onder begeleiding van schitterende klassiek getinte arrangementen. Deed Herman van Veen me als kind denken aan een kale verwarde man die wartaal uitsloeg (stikkediddefloepstikkeflapstikkefleeeee); bij meneer De Corte stelde ik me een strenge professor voor. Een soort Piet Hein Donner. zittend achter een groot eikenhouten bureau met zo'n groene bankierslamp erop. Altijd een stok om mee te slaan en de wereld streng bekijkend door zo'n half brilletje met een gouden montuur. Ik wist toen nog niet wie Piet Hein Donner was. Ik wist ook niet dat Jules een grote zonnebril droeg. Die stok had ik toch maar mooi geraden.

Jules de Corte schreef ook een paar leuke liedjes voor Kinderen voor Kinderen. Een ervan gaat over het maken van een eigen taal. Koekotie, koekota, sanfransiere mariola. Koekito, koekitee, rampampiere mariolee. Heerlijk: echte De Corte-woorden. Ik denk ook dat hij het woord Koeieneren heeft bedacht en het zou me helemaal niets verbazen als hij een van de eersten was die het woord Participeren bezigde.

De hedendaagse kleinkunstenaars brachten hun eigen taalvondsten waar waarschijnlijk alleen de incrowd een touw aan vast kan knopen. Ali B en neefje Yes-r kwamen met Rampeneren en het tuig van De Jeugd Van Tegenwoordig kwamen met een mengeling allerlei vreemde (straat)talen. Lees en huiver:

Shenkie in de koelkast
Kenk je bent een fool gast
Oublié, quelque chose
Faffie, faffie, oeh ah


Een ander leuk woord uit hun koker is Holoreren. Jules had het bedacht kunnen hebben. Willie Wartaal legde ooit uit wat het betekent: holoreren is zoiets als heel hard iets heel doms roepen.

Onze interne trainerspool staat inmiddels op poten. Ook wij zijn bezig met wat wij noemen een eigen taal; een eenduidige manier van opereren als interne trainer. Als collega kun je het je wel eens veroorloven om eens lekker partijdig en kritisch van alles roepen. Een lekker potje holoreren. Als interne trainer, maar ook als adviseur, moet je je van een andere kant laten zien. Je stapt even uit de rol van collega en zet een andere pet op. En dan een fijn potje feedback geven, reflecteren, participeren en interveniëren. Heerlijke woorden!