woensdag 22 januari 2014

Ongemakkelijk

Pasgeleden las ik Wim de Bie’s ‘Meneer Foppe en de hele reutemeteut’ Leestip van mijn vader, die net als ik dol is op het satirische vpro-genre. Meneer Foppe is een neurotisch typetje. Hij mijdt contact met anderen, is paranoïde, leeft met een chronische angst voor allerlei sociale ongemakken en hij wil anderen zeker niet tot last zijn. Hij is dus zeer voorkomend. Tot mijn ontsteltenis ontdekte ik dat er ook een kleine Meneer Foppe in mij schuil gaat. Iets lulligs als de deur openhouden voor een ander kan mij bijvoorbeeld al een serieus dilemma opleveren. Houd je ‘m open voor die collega of loop je door? Dat is afhankelijk van de zwaarte van de deur en – indien dranger aanwezig – hoelang het duurt voordat-ie weer in het slot valt. Het is bovendien afhankelijk van hoe snel de collega in kwestie loopt en in een enkel geval: of ik de persoon in kwestie wel of niet mag. In het lulligste geval houd je een deur open terwijl hij of zij er helemaal niet doorheen hoeft. Sta je daar. “Ow, eh.. ok”. Of je staat er eigenlijk net iets te lang. De ander had ‘m al lang achter z’n kont laten dichtvallen. Sta je daar met je arm en zo’n geboetseerde glimlach. En laten we het nu niet hebben over het dilemma als er een groep collega’s in aantocht is. Ja, mensen, het leven is geen krentenbol. Neurotisch als Meneer Foppe is; toch vermant hij zichzelf zo af en toe en gaat hij iets doen wat voor hem een enorme beproeving moet zijn: naar het zwembad. Onhandig gedoe in een badhokje, groet je de badmeester wel of niet? En wat, als je je kluissleuteltje verliest in het water? Een sociaal mijnenveld. Ik ga sinds augustus trouw naar de sportschool. Daar hoef ik weinig voor te overwinnen. Toch duikt Meneer Foppe daar regelmatig op in mijn grijze cellen. Oh god… Als ik mijn XCO laat vallen moet ik trakteren… En waarop dan? Op hoeveel moet je rekenen? Moet ik dan heel onhandig het lokaal rond? En wat, als ik met de helft blijf zitten: waar leg ik dat dan zo lang neer? Er zijn best wat van die grindbuizen door de zaal gevlogen in het afgelopen half jaar en getrakteerd is er bij mijn weten nooit. Maarrr… je weet maar nooit of ze je er toch aan zullen houden. Potdomme, mij zal het niet gebeuren! In zekere mate vind ik het ook storend dat er camera’s hangen in de grote sportzaal. In de hal en bij de bar kun je zien hoe de fanatiekelingen zich in het zweet werken, en wie er stiekem een beetje smokkelen.... Er hangt een levensgroot scherm beneden bij de ingang. Bij oefeningen waarbij er het nodige van je evenwichtsvermogen wordt gevraagd ben ik zeker geen reclameplaatje… Enfin: daar heb ik me maar overheen gezet. En dat ik af en toe sta te klunzen met de fitnessapparatuur, daar kan ik ook aardig mee leven. Nee, de echte Foppe-momenten beleef ik in de kleedkamer. Dikwijls staan er dames te douche en bespreken in hun nakende niksie de dagelijkse beslommeringen in hun levens. Heel gek, maar ik heb daar moeite mee: in je nakie vertellen over Marieke, die een nieuw recept schijnt te hebben voor een Tibetaanse stoofschotel. Onlangs was het zo druk dat ik op nog geen dertig centimeter afstand stond van een naakte, gebukte dame. Onhandig pakte ik mijn spullen – natuuuurlijk liet ik mijn trui vallen – en maakte ik me snel uit de voeten. Deze dinsdag werden enkele douchende dames opgeschrikt door het gerucht dat er ook een camera zou hangen in de kleedruimtes. Beveilingscamera’s, maar toch… Evengoed gingen de vier dames in Eva’skostuum driftig zoek. Waar hing dat ding dan wel? Ik wachtte de uitkomst niet af. Ik pakte mijn boeltje, zei gedag, hield de deur open voor een ander en sprong op mijn fiets. Thuis genoot ik van een heerlijk warme douche en prees ik mijzelf gelukkig met mijn spaarzame sociale contacten in de kleedkamer. En wat fijn dat ik fietsen in zweterige kleding altijd verkies boven omkleden in de sportschool. Meneer Foppe is een held!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten