donderdag 25 november 2010

Passé

Geschreven voor het Communicatieforum

John Mayer twittert niet meer. Jammer, want deze singer/songwriter deelde een hoop diepzinnigheid in 140 tekens. Zoiets als: “Ontdek je dat de aarde een specifieke geur heeft als je terug komt van de maan?” Ja, daar ga je toch over nadenken. John was klaar met Twitter en – zo schreef hij op z’n weblog – het nieuwtje was er nu ook wel weer vanaf. Nou, da’s lekker dan: slingeren we net enthousiast onze communicatieboodschappen in 140 tekens de wereld in, hebben we organisatie en bestuur overtuigd dat er getwitterd moet worden, gaat zo’n hippe vogel even vertellen dat het alweer passé is. Hmpf!

Toen hij doorbrak, was ik niet zo weg van “die hese kweler met Rosé-Repertoire*”. Wat mij betreft was hij de zoveelste die de popliefhebber deelgenoot maakte van zijn brakke liefdesleven. Maar, ik heb mijn mening inmiddels herzien. “Whatever happened to my lunchbox, when came the day that it got thrown away…?” Vol overgave zingen over je weggegooide broodtrommeltje: ik vind het mooi en ontroerend.

Meneer Mayer had wel iets meer te melden dan ik dacht: naast zanger is hij journalist, columnist en hij heeft kaas gegeten van social media: via MySpace en Twitter informeerde hij zijn volgelingen over het ‘writing proces’ en bij gebrek aan inspiratie nodigde hij muzikanten uit om muziek te leveren bij de teksten die hij al had liggen. Interactieve Muziekvorming, cocreatie: past goed bij deze interactieve tijd. Goed, de rechten hield hij zelf, maar daar staat weer tegenover dat hij zich actief inzet voor het milieu en gul geeft aan goede doelen.

Op communicatiefora wemelt van de Wat-Doe-Ik-Met-Social-Media-En-Hoe-Zet-Ik-Ze-Interactief-In-topics. Gaan we ook op Hyves en Facebook? Moet ik mijn bestuurder aanraden om te twitteren? Boekjes, cursussen en workshops: ze vinden gretige aftrek. Als je je bedenkt dat vanaf 2002 de eerste social media opdoken, kun je je inderdaad afvragen of we niet een béétje achter de feiten aanlopen. Aan de andere kant is het terecht dat we eerst even de kat uit de boom keken: “We moeten op Twitter!” is immers de hippe variant van “We moeten een persbericht!”

Inmiddels zijn we in West aan de Yammer. Deze besloten kruising tussen Facebook en Twitter werd gelanceerd in 2008 en is dus nog redelijk nieuw. We hebben een aantal workshops georganiseerd en binnenkort gaan onze directieleden op Yammer-cursus. Want, wij communicatieprofessionals mogen dan helemaal op de hoogte zijn: de directieleden – en een groot deel van de medewerkers - weten vaak nog niet wat ze ermee aanmoeten en hoe je het optimaal kunt inzetten.

John is inmiddels overgestapt op Tumblr; weer het zoveelste medium om jezelf te profileren. Het bestaat overigens alweer sinds 2007. Het kan nooit kwaad om eens te kijken wat we ermee kunnen, maar volgens mij is het te vroeg om Twitter en al die andere media aan de wilgen te hangen. Terwijl ik een eind aan deze column brei, hoor ik op het immer gezapige Sky Radio Half Of My Heart uit de speakers kabbelen. Ach, misschien is Tumblr ook alweer passé….



*Rosé-Repertoire: mijn aanduiding voor muziek die het goed doet bij de openhaard, bij een vriendenweekend in een kneuterig houten huisje, bij vrouwen, bij mooi weer op een terras, bij een glas rosé. Jack Johnsen, James Blunt, Norah Jones…


en voila: linkje naar www.tumblr.com

vrijdag 12 november 2010

Sint Maarten

Wat een pokkeweer was het donderdag. Het was grijs en de wind gierde rond het stadsdeelkantoor. Hoe troosteloos wil je het hebben? Ik maakte een mentale tijdreis naar 1985: Joost en ik, startklaar om de buurt te verblijden met olijk gezang, om vervolgens een berg suikerzoete lekkernijen in ontvangst te mogen nemen. Sint Maarten was een evenement waar wij reikhalzend naar uitkeken. Pa en ma waren fanatieke gezondheidsfreaks en vaste klant bij de reformzaak, maar met Sint Maarten knepen ze een oogje toe. Oké, de oranje tupperware snoeptrommel ging open op venstertijden en afname was strikt gelimiteerd tot twee items per keer, maar de karopchocolade en de laurierdrop bleven ons even bespaard. De onvermijdelijke mandarijnen eindigden in de fruitschaal. Mandarijnen: altijd weer een tegenvaller!

Vorig jaar waren we thuis met Sint Maarten. De Van Kerkwijkjes hebben de taken keurig verdeeld: Jody wast, ik strijk, Jody kookt, ik doe een poging, Jody maait het gras en ik doe de Social Activities zoals Sint Maarten. Daar zat ik dan met mijn beslagkom, tot de nok toe gevuld met Nutsen, Marsen, Snickers en wat dies meer zij. Weldra meldde de eerste klant zich op mijn tuinpad. Na het Verplichte Nummertje vonden mijn ingekochte lekkernijen gretige aftrek. Ohja, was ik vergeten: niet laten graaien, zelf in die zakken gooien. Met een redelijk geslonken voorraad in de beslagkom gooide ik de deur weer dicht. Trrrrrring: de kindertjes van de overburen. Coupletje, refreintje, m’n moeder is een dikzak (nou, da’s ook niet aardig!), hatsjikkidee. Met mijn kindvriendelijkste glimlach stak ik ze een Marsje toe. “Is dat glutenvrij????” vroeg het schattige meisje van zes. “Neee, dat weet de buurvrouw toch niet, gekkie?” Wat had ik een medelijden met dat kind. Ik kon wel met haar meevoelen. Tja, iets zonder gluten. Wat zijn gluten eigenlijk? Ik holde de keuken in en plukte een mandarijn van de fruitschaal. “Kijk eens? Voor jou!!” Geen idee of ze er blij mee was. Ik had mijn best gedaan. De stakker.

Na werktijd schoven we aan bij het Schnitzelparadijs van Almere Buiten, beter bekend als Grand Café ‘70’s 80’s. De regen kletterde tegen de ruiten en de rukwinden speelden ruw met het onzorgvuldig onderhouden Almeerse groen. Ik dacht even aan de diehards die zich ongetwijfeld al dagenlang hadden verheugd op dit snoepfeest. Zingend langs de deuren, gehuld in regenjas en rubberen laarsjes, verwaaide paraplu’s en verwaaide lampions. Ik gunde ze een grote vangst zonder mandarijnen..

maandag 1 november 2010

Doe Maar Normaal

(geschreven voor CommunicatieForum, gem. Amsterdam)

Laatst vroeg een vriendin of ik mee wilde naar Bløf. “Ik weet dat je niet zo gek van ze bent, maar misschien vind je het wel gezellig.” Inderdaad: over het algemeen is Bløf zeg maar niet helemaal mijn ding. Ik heb zoiets van: geef dat portie pretentieus gereutel maar aan Fikkie. Er zijn vliegtuigstoelen, miljoenen bij bedoeling en bovendien zijn er limousines: daar lusten de honden toch geen brood van? Vaagtaal van de bovenste plank.

Mijn afkeer van deze Zeeuwse band ligt aan de naar mijn smaak net iets tè gedragen toon van de zanger. “Ja, wij hebben allemaal Nederlands gestudeerd”, lijkt hij tussen elke poëtische regel door te zeggen. Nee, doe me dan Doe Maar maar: stel je netjes voor, eet zoals het hoort en zeg Ú! Duidelijke taal. Enfin: ik suggereerde dat ze beter een echte fan mee kon vragen.

Een hardnekkige taalkwaal die ik – en waarschijnlijk velen met mij – tegenkom is het afkortingengebruik en dan vooral in de hoek Openbare Ruimte: HUS (Honden Uitlaat Strook), IPOR (inrichtingsPlan Openbare Ruimte), VRI (VerkeersRegelingsInstallatie, beter bekend als Verkeerslicht). Is dat afkortingengedoe nou typisch iets voor ambtenaren? Nee. Er zijn zelfs popliedjes met een afkorting als titel. Een paar voorbeelden: G.L.A.D (Good Lovin’ And Devotion), een vrolijk deuntje uit de jaren negentig van Kim Appleby; de nog levende helft van het zuurstokkenpopduo Mel & Kim. Of Michael Jackons P.Y.T. oftewel Pretty Young Thing. Maar de meest bijzondere komt van eigen bodem: Normaal met H.A.L.V.U: Høkers Aller Landen Verenigt U. Een Høker is geen Zeeuwse mosselvanger die onbewust in het Duits wordt aangesproken, maar iemand die houdt van feesten op z’n Achterhoeks, vaak gepaard gaande met het drinken en gooien van goudgeel gerstenat, of in Heerlijk Helder Amsterdams: bier!

Over vaagtaal – en trouwens ook over de teksten van Bløf - is al veel gezegd en geschreven. Dagelijks zetten wij Amsterdamse communicanten ons in om de burger te verlossen van vaag geformuleerde beslissingen en ambtenarenjargon. En wij grijpen natuurlijk al in voordat het desbetreffende episteltje richting portefeuillehouder gaat. Toch?

Inmiddels is het fusie-stof in West aardig neergedaald en kunnen we ons weer volledig storten op het ont-Bløffen. Zo gaan we weer cursussen Helder Amsterdams geven en werven we een aantal Taalmeesters. En ook wij Wester communicatiespecialisten zorgen natuurlijk dat we bij de start van de planvorming al aan tafel zitten. Ja, en soms doen we dat met een beetje bravoure en de nodige bluf.

De band Normaal houdt z’n verhaal lekker simpel: Wie niet wet wat høken is, die wet echt niet wat ie mist. Kijk, dat zijn boodschappen, daar zeg je U tegen. Wat communicatie betreft ben ik een fanatieke aanhanger van het begrip D.M.N.: Doe Maar Normaal. En, zo af en toe een beetje Bluffen – met een U - kan zeker geen kwaad…