woensdag 23 juni 2010

Muy bien!

10 juli 2010

Terwijl ik dit stukkie schrijf, luister ik naar het geroezemoes beneden ons balkon. Zijn dat die lompe landgenoten of vergis ik me nou? We genieten van 17 dagen zo min mogelijk doen in het wonderschone Peniscola. Net een uurtje internet inalàmbrico, oftewel: draadloos internet gehuurd om even te kijken hoe de rook is opgetrokken in ons nietige prutslandje, na de verpletterende verkiezingsuitslag. Maar daar houdt het dan ook mee op: beetje eten, beetje wandelen, beetje discussiëren over de opwarming van de aarde – heerlijk zonnetje vandaag weer! – kortom: onze ideale vakantie.

In ons hotel geen miniclub en geen Carlos Casio die ’s avonds een verzameling halve zolen vermaakt met Alle 13 Slecht, in C gespeeld met een geinige begeleidingsautomaat. Ook geen animatie: “Hey, doe je mee waterpolo?” Moet je net Jody hebben: “Hoepel op!” Dat gebeurde een paar jaar geleden nog in Malgrat de Mar. In Peniscola staat eigenlijk maar een zo’n entertainment annex vreetfabriek: hotel Papa Luna. Daar vind je de Brabo’s en Limbo’s die de senseo crema van huis hebben meegenomen en die het barpersoneel steevast in het Brababwaans of Limbabwaans blijven aanspreken. Voor de rest zijn ze hier een zeldzame diersoort.

Hier draaien ze jazz in de naar het lijkt door Jan des Bouvrie ontworpen lounge. In het restaurant hoor je new age-muziek. Dat buffelt lekker met die vogeltjes op de achtergrond. De recreatiezaal heeft iets weg van zo’n zaaltje waar je koffie en cake krijgt na een crematie. Alleen dan met een goedgevulde bar. Is er Bailey’s na de dood? De bediening is vriendelijk maar stijfjes. Er loopt een manneke rond die precies lijkt op Spock. Alleen de punt-oren ontbreken.

Dat het saai is, maakt ons niet uit. Hier heb je ten minste geen last van plaatsvervangende schaamte voor je medelanders. Dachten we. Gisteren is er dan toch een kratje van die Nederlandse neanderthalers binnengesneakt. We troffen ze bij het buffet. Op z’n Hollands joviaals begroette ze het bedienend personeel. Weinig succes. Dan maar naar de dienstdoende showcook, oftewel: Pablo achter de bakplaat. Leuk, zo’n kok in het wild. “This is called a HAMBURGER”. Nee, ‘t is nie waar… Pablo doet ze een plezier en herhaalt het in schattig gebroken Nederlands. Ondertussen droomt hij van een eigen restaurant zonder domme Hollanders. Of hij droomt dat hij zo’n Limbo flambeert op z’n eigen bakplaat. Na het buffet te hebben leeggeplunderd, geven ze Spock nog een amicale klap op de schouders. “Very good, eej?!” Hij knikte hen vriendelijk toe en zei: “Muy bien.”

Het waren inderdaad de Nederlanders die ik hoorde kwetteren daar beneden. “Gossjiemijne, wa ist hier soai. Volgend jaar gane we naar Papa Luna!!" Muy bien...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten