donderdag 31 december 2015

Fijne stampers en ouwe krakers




Mixtape is een hip woord voor van-alles-en-nogwat-cassettebandjes. Daar heb ik nog een hele kist vol van. Jeweetwel, met dj's die door het intro van jouw favoriete nummer heen wauwelen, met keihard zo'n irritante 'TROSSSS!'-jingle door jouw ultieme nummer 1, met half afgebroken nummers die aan kant B weer verder gaan (snel omdraaien, Record, en weer doorademen...).
En vroegah had je de LP of single. Of gewoon: de plaat. Tegenwoordig heb je iets 'op vinyl'. Ik kom uit een familie van vinylfanaten (of gewoon: plaatjesdraaiers) en grate diggers (da's een coole uitdrukking voor zoeken-naar-allerhande-curiosa-tussen-stapels-ouwe-lp's-en-singles). 

Als mijn moeder eens een avondje weg was - zij is niet zo'n liefhebber - toverde mijn vader de ene na de andere plaat of single uit de kast. Zo ontdekte ik bijvoorbeeld dat de B-kant van Super Sisters' She Was Naked vele malen aparter was: gloebel gloebel glab, blab, blab... En van Super Sister is het maar een kleine stap naar de Nits; Red Tape vonden wij allebei mooi. Nog steeds trouwens. 


Mijn Ouwe Heer gaf ook graag wat lesjes Herkomst van de Hits. Wonderfull Days van Charly Lownoise & Mental Theo bijvoorbeeld. Tony Ronalds'  'Help get me some help' draaide hij ter illustratie even af op 45 toeren. Mijn kennis van ouwe houserds heb ik te danken aan mijn grote broer, mijn grote neef, mijn grote buurjongens en aan de grote Ben Liebrand. Levensdoel van mijn broer en mij was jarenlang: genoeg sparen voor de volgende Turn Up The Bass, jawel: 'Van Arcade!' En dan het liefst op cd, want die kraakten niet en klonken beter. Maar, cd's waren ook knetterduur: 39,95 klinkende guldens.

Joost kocht ze later allemaal tweedehands: op vinyl. Hij heeft een idioot grote platenverzameling; inmiddels vele, vele malen groter dan Pa's Platenkast. Gek genoeg heb ik jaren geen platenspeler in mijn bezit gehad. Maar, nu staat er weer eentje te pronken en ja, nu is ook bij mij het hek van de dam... 
Sinds tweede Kerstdag staat ons rommelhok vol met vinyl, met dank aan mijn schoonvader. Zijn collega had 'nog wat staan. Of Cor nog iemand wist...
Dat werd een paar dagen serieus schatgraven. Of Grate Diggen. Ook goed. Er is van alles door m'n handen gegaan: van Heintje tot Händel, van André van Duin tot Michael Jackson, schitterende picture discs uit de jaren vijftig, 



 Maar ook heerlijke synthpop uit the eighties, platen met alleen maar geluidseffecten (vroegah hadden ze nog geen samplers), carnavalskrakers en klassiekers zoals 'De 14 grootste suksessen van Eddie Christianie'...

Als een kind in een snoepwinkel wurmde ik me door de stoffige en eclectische verzameling.
Mijn broer en mijn vader mogen absoluut een middagje komen schatgraven. Of grate diggen. Het scheelt daarbij dat zij vooral dol zijn op oud spul. De 'ouwe' houserds heb ik er al uitgevist. Turn Up The Bass 1 t/m 16. Whoooaah! Hopelijk kraken ze lekker.... 

En hier nog een paar mooie plaatjes... :-)








vrijdag 4 december 2015

Mir's Vervelende Vakantieverhalen, deel 3 - Katten, Krekels en KrijsendKroost

Ik zit er weer. Op het Wester honk. Op het heerlijk lelijke Bos en Lommerplein, dat inmiddels weer is opgesierd met kerstverlichting. Een week geleden lag ik nog met m’n gat op een ligbedje en zochten we verkoeling in het zwembad. En floep: zo is je vakantie weer om. Ik houd het gevoel zo lang mogelijk vast, en ik ga u nog eenmaal vermoeien met mijn Vervelende Vakantieverhalen. Gewoon. Omdat het kan. Bam. Hatseflats. Falderalderiere.




Als we iets hebben gemist tijdens ons tripje naar Niksie Niksieland, dan is het wel… Haring? Drop? Oeverloos polderen? Zwarte Pieten? Nee, nachtrust. Aan de zwier met cocktails en bier? Mwooaaah… Na twaalven was er eigenlijk weinig meer te doen. Al kon je wel naar discotheek Pacha. Klinkt Ibiza-hip, maar ik zal u uit de droom helpen: licht belegen handjes-in-de-lucht-house en hossende, bleke, bezopen  Britten. U heeft een beeld? Ok. Dat werd 'm dus niet.


In een doorsnee werkweek staan we rond 4:45 op. Opstaan om 7:30 zien wij dus als uitslapen. Zodoende zaten we ook al lekker vroeg aan het ontbijt. De dagen waren lang en de nachten waren kort en gebroken. Nacht 1 bleef ons toiletje maar druppelen. Ploep-ploep-ploep-ploep… In hazenslaapjes droomde ik van klaterende beekjes en truttige vijvertjes. En van gespierde loodgieters. In tuinbroek met ruitjesmotief. Oeps: guilty pleasure!
Op ons verzoek werd de plee de volgende dag keurig gerepareerd. Voor de rest van de nachten werden we wakker gehouden door de drie K’s: Katten, Krekels en Krijsend Kroost.
 
 
 
 
 
 
 
Op het terrein liep een aantal dunne, maar goedverzorgde katten rond. Gekoesterd, omdat dit legertje roofdieren de muizen en ratten verjaagt in Niksie Niksie-land. Overdag kuierden de katten in het restaurant bij het zwembad. Miauwend liepen ze om je heen, in de hoop op wat lekkers. ’s Nachts gingen ze aan de zwier. Onze hotelkamer was op steenworp-afstand van het speciale ‘Cats Cafe’, een grote zandvlakte met bakjes water en voer. Ja, en wat krijg je met die cafégangers: die gaan wel eens met elkaar op de vuist. Midden in de nacht werden we dikwijls gewekt door een onvervalste cat fight. Mrrrrraaaaauuuw!!
 
Ha, wat een rustgevend geluid: tjirpende krekeltjes. Maar, wacht maar tot er eentje in je kamer zit. Op dag 3 deed Japie Krekel zijn intrede in ons nederige stulpje. Zodra de lichten uit waren begon hij – vrouwtjes tjirpen niet – geluid te maken. Aardig volume voor zo’n klein beessie. De krekel verstopt zich graag en laat zich slecht vangen, zo leerden we. We deden de schuifpui open: ‘Dan kan hij z’n vriendjes horen en hopt-ie erheen’ was het idee. Maar Japie bleef zitten waar-ie zat. Zeker zes dagen was-ie ons huisdier. Het tjirpen werd steeds zachter en minder frequent. Ik denk dat Japie uiteindelijk het loodje heeft gelegd. De natuur kan zo wreed zijn.. snif…
 
 


En dan die derde K: de K van Krijsend Kroost. Of, van Kutkoter. Geloof me: ik heb geen hekel aan kinderen. Er zijn momenten dat ik onbeschrijfelijk veel verdriet heb van het feit dat ik zelf geen kinderen heb. Gelukkig kan ik erg genieten van andermans kroost, en ook deze vakantie heb ik met veel plezier een aantal leuke gezinstafereeltjes mogen aanschouwen. Zo zag ik een Zweedse oma, zingend met haar kleinkind: ‘Ennn…. Uppattaaa…!! Aaah… die gekke Zweden toch J En zo was er de Blije Vader, een Nederlander met een aardappel in de keel. Ok, we kregen er een béétje jeuk van, maar we moesten toch toegeven dat Arend-Jan, zoals wij ‘m noemden, erg leuk was met de kids. ‘Spannend hè, Boudewijn? Kom; gaan we naar mama voor wat lekkers.’ Idyllisch als een reclamespotje. We waren minder te spreken over het gezinnetje dat vier dagen voor ons vertrek hun intrek nam in de kamer naast ons. Een Engelssprekend stel met een kleintje. We hebben ze nooit gezien, maar we konden ze ruiken – pa en ma paften op het balkon – en vooral horen. Hun spruit was – ik zeg het maar gewoon zoals het is – een strontvervelende, schreeuwerige Kutkoter. Katten, krekels en druppelende pleepotten waren er niks bij. Mijn god: The Kid From Hell. Sjee, het zouden je buren maar zijn…
 
Vrijdagnacht waren we thuis. Ons bed was ijskoud. Maar ooooh, wat was het heerlijk stil! Zo. Nu weer een flink aantal maanden werken, om ons weer op te laden voor een volgende vakantie, naar een ander mooi Niksie-niksie-land. Ik kan niet wachten…. Tot die tijd droom ik ervan. In alle rust. 



Zzzzzzzz......