vrijdag 27 augustus 2010

Geen inspiratie

Ik had al een tijdje geen inspiratie voor een leuk verhaal. Dat wordt wat, nu ik vaste columnist word voor de communicatieclub van de gemeente Amsterdam. Dan moet je toch met iets komen. En waar haal je die inspiratie dan vandaan? Communicatie Is Overal is een veelgehoord credo van menig communicant. Maar ik had al een tijdje niet zo’n behoefte aan dat Overal. Ik zat een beetje in een sleur. Druk druk druk, geen zin, getverderrie.

Het vaste ritueel: wekker gaat, een hartgrondig godverdegodver en een ros op de wekker, nog even blijven liggen, zo laat mogelijk opstaan, ontbijtkoek naar binnen frommelen, deur dicht, koptelefoon op, radio aan. Naar het werk. Lunchen achter m’n bureau. Na een dag noeste arbeid weer een vast ritueel: uitloggen, rotzooi bij elkaar rapen en in mijn postvak gooien – die verdomde clean desk policy – weglopen, kut: sleutels/druppel vergeten. En zonder druppel kom je het gebouw niet uit. Ja, zo’n toegangsding noem je een druppel; heb ik niet bedacht. Enfin: teruglopen, sleutel pakken. Waar had ik mijn koptelefoon ook alweer? Tas open, rommelen, ah, daar issie. Inpluggen, play, prettige avond en wegwezen.

Voor de verandering ging ik eens buiten de deur lunchen met collega Karen. En hoera, de inspiratiebron begon weer te stromen. Dat krijg je, als je de sleur eens doorbreekt en iets gezelligs gaat doen. “Die Pauline Cornelisse, die is wel héél lelijk. En blijvend, ook. Je kijkt iedere keer nog eens met de hoop dat het wel meevalt, maar nee, ze blíjft gewoon lelijk.” Blijvend Lelijk. Schaterend liep ik door de publiekshal. Wat heerlijk Opbeurend Bot: nog zo’n bedenksel van haar hand die ik graag adopteer. Zoiets als: Je hebt een kromme neus en daarom pas je niet in ons cheerleadersteam, maar je bakt wel heerlijke taarten. Ga daar vooral mee door. Geweldig!

Diezelfde dag besloot ik om de terugreis naar Almere eens muziekloos door te brengen en mijn oren weer eens flink de kost te geven. Heerlijk: een gesprek tussen twee vriendinnen achter mij in de bus, over een andere vriendin die een klootzak van een vriend heeft: “Ze is zeg maar echt een toffe vriendin, maar ik heb zoiets van, als hij erbij is, dan hoef ik haar niet enzo. Dat is zoiets als water voor de zwijnen gooien ofzo...” In de trein, van Amsterdam naar Almere Buiten, een dame die drie mensen belt en drie keer hetzelfde verhaal afsteekt: “En toen hebben we dus in de stad een hoed voor opa gekocht. Makkelijk, want ik heb dezelfde maat, hahaha, maar we hebben dus een hoed gekocht, in dezelfde winkel waar pa ook z’n hoed vandaan heeft. Kijk maar of je eraan mee wilt betalen. Tientje ofzo…’ En dat dus drie keer. Goh, dus opa heeft ook zo'n dikke kop? De mooiste zin van die treinrit schreef ik meteen maar even op: “Ja, we hadden daar een kastenkamertje, dat herinner ik me niet meer maar toch was het zo.”

Goeiemorgen, ik heb echt onder een steen gelegen de afgelopen weken. De inspiratie ligt voor het oprapen. Je hoeft alleen je oor zo af en toe eens te luisteren te leggen. En lekker Opbeurend Bot zijn wil ook wel eens een handje helpen… Je kijkt zo scheel als een aap, maar je schrijft wel leuke columns!